Meten

Straling kan je vrij simpel detecteren, maar om een goed idee te krijgen hoeveel straling er precies is zal je moeten gaan meten en kennis moeten hebben van de eenheden waarin de hoeveelheid straling wordt uitgedrukt.

Activiteit

Een hoeveelheid radioactieve stof bevat een bepaald aantal atomen welke uiteindelijk zullen vervallen. Afhankelijk van de halfwaardetijd en de hoeveelheid onstabiele atomen zal een bepaald aantal atomen per seconde vervallen. Hiervoor wordt de eenheid Bequerel (Bq) gebruikt. Ook zie je vaak nog de eenheid Curie (Ci) gebruikt worden, dit is echter geen officiele SI eenheid. Een Curie staat gelijk aan het aantal vervallende deeltjes in 1 gram radium, en dat zijn er nogal veel, 37000000000 per seconde.

Hieronder een aantal typische hoeveelheden activiteit. De eenheden Bq en Ci worden in dit overzicht gebruikt met voorzetsels kilo (x1000), peta (x1000000000000000) en µ ( 1 miljoenste of x 0.000001).

  Activiteit  
Lokatie Bq Ci         
     
Koolstof-14 in het menselijk lichaam 3 kBq 0,08 µCi
Kalium-40 in het menselijk lichaam 4 kBq 0.01 µCi
Americium-241 in een ionisatierookmelder 37 kBq 1 µCi
Kernramp Tsjernobyl * 5200 PBq 140541 Ci
Kernramp Fukushima (Jodium-131, Cesium-137) * 900 PBq 24324 Ci

* let op, erg groffe schattingen

De activiteit in Bq wordt ook gebruikt bij het aanduiden van een hoeveelheid radioactieve stof in een ander materiaal. Zo stelt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat in gesloten ruimtes waar mensen wonen de concentratie radon niet hoger mag zijn dan 100 Bq per kubieke meter.

Dosis

Om aan te geven hoeveel straling een mens heeft ontvangen gebruikt men de eenheid sievert, welke is afgeleid van de gray. Gray geeft aan hoeveel energie in de vorm van straling door een voorwerp of organisme is geabsorbeerd, in joules per kilo. De sievert geeft ook aan wat het biologische effect van de straling is. Voor beta- en gammastraling zijn de sievert en gray gelijk, bij alfastraling is de dosis in sievert 20 maal de dosis in gray. Dit komt doordat alfastraling sterker ioniserend is dan beta en gammastraling en meer schade aan zal richten.

Er is bij stralingsdoses een verschil in de acute effecten en effecten op lange termijn. Een acute dosis van 1 Sv zal bij mensen stralingsziekte veroorzaken maar dezelfde dosis in een jaar tijd zal veel minder duidelijk effect hebben.

Hieronder een aantal typische stralingsdoses:

  Dosis
Achtergrondstraling in Nederland, wereld, per jaar 2 mSv, 3 mSv
Röntgenfoto 0,01 tot 1 mSv
CT-scan 10 mSv
Röntgenfoto tandarts 5-10 µSv
Acute dosis, 50% kans op sterven 5 Sv

 

Het is voor veel mensen moeilijk om stralingsdoses in te schatten. Dit overzicht van xkcd.com kan het hopelijk duidelijker maken:


 

Meten...is niet altijd weten!

Vele stralingsmeters hebben een schaal in sievert, gray of röntgen per uur. Dit betekent echter niet dat de aangegeven waardes altijd kloppen. Veel geigertellers bijvoorbeeld zijn gekalibreerd met de gammastraling van een bepaald isotoop, bijvoorbeeld cesium-137 of kobalt-60. Alleen als de gammastraling van deze isotopen de telbuis zal raken zal de aangegeven waarde kloppen. Dit komt omdat GM buizen niet linear reageren op stralingsenergie. Tevens is de kalibratie alleen van toepassing voor gammastraling. Als er ook beta en alfastraling wordt gedetecteerd klopt er weinig meer van de meting.

Stralingsmeters kunnen alleen straling meten welke ze (goed) kunnen detecteren:

  • Ionisatiekamers zullen doorgaans alleen op gamma en hoogenergetische betastraling reageren
  • Telbuizen met een mica venster zullen zeer goed beta en alfastraling maar slecht gammastraling detecteren
  • Geiger-Müller buizen in het algemeen hebben een lage gevoeligheid voor gammastraling. Er zal dus langer moeten worden gemeten om kleine verhogingen in gammastraling vast te stellen.
  • Scintillatiedetectoren met een kristal in hermetische behuizing detecteren alleen gammastraling, en alleen als deze straling ook in de detector doordringt en een interactie veroorzaakt. Gammastraling van lage energie zal niet altijd door de behuizing van de detector komen, en hoe hoger de energie, hoe lager de kans dat er een interactie plaatsvindt.

Dit betekent niet dat simpele "tellers" nutteloos zijn. Het zijn nog steeds instrumenten welke in veel gevallen kunnen aangeven of er sprake is van verhoogde straling en/of besmetting. Voor exacte dosismetingen zijn ze vaak niet geschikt.